In de vernieuwde EPV-regeling (ook wel: EPV 2.0) geldt een compensatie voor bewoners voor de hoeveelheid te weinig opgewekte kWh. Dit is veranderd ten opzichte van de vorige EPV-regeling, waarbij het volledige EPV-bedrag wordt terugbetaald aan de bewoner.
Bewoners ontvangen een financiële compensatie als de EPV-doelstelling – H in de formule – niet is bereikt. Bekijk de uitleg van de formule hier.
De hoeveelheid ‘te weinig’ opgewekte kWh wordt gecompenseerd. Het bedrag wordt berekend door deze hoeveelheid kWh te vermenigvuldigen met de Eindverbruikersprijs voor elektriciteit van het betreffende kalenderjaar van de EPV-rapportage. Het CBS publiceert deze prijs op deze pagina.
Betaalt de woningcorporatie voor het extra verbruik van bewoners?
Als de energieprestaties niet worden behaald, vergoedt de woningcorporatie niet het volledige extra verbruik van de bewoner. Want de Eindverbruikersprijs verschilt van het Variabele leveringstarief. Ter voorbeeld: in 2022 was de compensatievergoeding 10,5 cent per kWh, terwijl het Variabel leveringstarief 48 cent per kWh was, een verschil van 37,5 cent per kWh dat de bewoner zelf moet betalen. Het is voor bewoners dus ook van belang zoveel mogelijk binnen de bundel te blijven, om een hoge energierekening te voorkomen.
Het staat de woningcorporatie natuurlijk vrij om meer te vergoeden, bijvoorbeeld bij technisch falen van het concept.
Kan de compensatie de EPV teniet doen?
Binnen de vorige EPV-regeling werd de volledige EPV van dat jaar gecompenseerd maar in de nieuwe regeling is dat slechts een klein gedeelte daarvan. Als er een overschrijding is van 1000 kWh zal de corporatie 105 euro vergoeden, ongeveer 7% van de totale EPV (zie onderstaand rekenvoorbeeld).
Pas bij een overschrijding van maar liefst 14.000 kWh per jaar weegt de EPV (hoogwaardig) bijna niet meer op tegen het compensatiebedrag. Het gemiddelde gebouwgebonden verbruik is 2150 kWh. Dus in de praktijk lijkt dit geen realistisch scenario.